Volgens onderzoekers van de Nasa had onze maan heel vroeg in haar geschiedenis eventjes een atmosfeer, anderhalve keer zo dicht als de huidige atmosfeer op Mars.

‘Dit verandert op dramatische wijze ons beeld van de maan als een luchtloze brok steen’, zei David Kring, een van de onderzoekers. Vandaag is de maan inderdaad een dode, gestolde en afgekoelde steenklomp. Maar meer dan drie miljard jaar geleden was ze nog heet en vulkanisch actief. De grote ‘zeeën’ op de maan, die we vanop aarde met het blote oog als donkere vlekken kunnen onderscheiden, werden gevormd door lavastromen die honderden kilometers ver kwamen eer ze stolden.

Apollo 15 en 17 brachten monsters mee van de lavavelden in de Mare Imbrium (Zee der Regens) en de Mare Serenitatis (Zee der Stilte). Daaruit bleek dat die lava vluchtige stoffen moet hebben bevat, onder andere water. Sedert we weten dat er aan de polen van de maan, in valleien waar nooit zon komt, nog ijs ligt, is men het jongste decennium opnieuw ijverig in de monsters gedoken om naar sporen van vluchtige stoffen te zoeken.

Kring en collega’s berekenden nu om hoeveel vluchtige gassen het moet hebben gegaan. Genoeg om 3,5 miljard jaar geleden een atmosfeer op te leveren die anderhalve maal zo dicht was als die van vandaag op Mars. Door haar kleine zwaartekracht kon de maan die atmosfeer echter niet vasthouden. Na zo’n zeventig miljoen jaar was ook de laatste ‘lucht’ in de ruimte verdwenen. Behalve wat er misschien nog mee bevroren ligt in het ijs aan de polen, rapporteren de vorsers in Earth and Planetary Science Letters.

Bron: Phys.org & Nasa