Mars
Phobos
Deimos
Extra info:
Mars is vanaf de zon geteld de vierde planeet van het zonnestelsel, om de zon draaiend in een baan tussen die van de Aarde en die van Jupiter. De planeet is kleiner dan de Aarde en met een (maximale) magnitude van -2,9 minder helder dan Venus en meestal minder helder dan Jupiter. Mars wordt wel de rode planeet genoemd maar is in werkelijkheid eerder okerkleurig. De planeet is vernoemd naar de Romeinse god van de oorlog. Mars is gemakkelijk met het blote oog te bespeuren, vooral in de maanden rond een oppositie. ‘s Nachts is Mars dan te zien als een heldere roodachtige “ster” die evenwel door haar relatieve nabijheid geen puntbron is maar een schijfje. Daarom flonkert Mars niet zoals bv. de verre rode reuzenster Aldebaran.
Mars is een terrestrische planeet met een ijle atmosfeer. Het oppervlak is op sommige plekken net zoals dat van de Maan bezaaid met inslagkraters, terwijl op andere plaatsen net zoals op de Aarde, vulkanen, valleien, zandduinen en poolkappen voorkomen. Verder komen ook de rotatieperiode (etmaal) en de wisselingen van de seizoenen op Mars bij benadering overeen met die van de Aarde.
Voor de tijd van de ruimtevaart werd vaak gedacht dat leven en vloeibaar water op Mars voorkwamen. Nadat in 1965 de ruimtesonde Mariner 4 langs Mars vloog, werd aangenomen dat geen van beide het geval kon zijn. In 2003 ontdekte de ESA-sonde Mars Express water in de vorm van waterdamp en ijs op Mars.[1] In 2008 werden door de ruimtesonde Phoenix ijsmonsters rechtstreeks onderzocht.[2] Waarnemingen door de Mars Reconnaissance Orbiter hebben mogelijk stromend water ontdekt tijdens de warmste maanden op Mars.[3] In 2015 maakte NASA bekend dat er bewijs gevonden is voor stromend water.[4] In 2017 werd die stellige bewering echter ingetrokken.[5]
Mars heeft twee manen; Phobos en Deimos. Beiden zijn kleine, onregelmatig gevormde objecten. Mogelijk zijn deze twee manen door de zwaartekracht van Mars ingevangen planetoïden.
De naam Phobos is afkomstig uit de mythologie, zowel de Griekse als Romeinse. Phobos was de zoon van Mars en Venus, in de Griekse mythologie bekend als Ares en Aphrodite. De naam is ontleend aan het Oud-Griekse woord “phobos” (Nederlands: “fobie”), dat angst betekent. De andere maan van Mars, Deimos, was de god van paniek, zoals Phobos die van angst was.
Phobos werd ontdekt door Asaph Hall, 6 dagen nadat hij Deimos, de andere maan van Mars ontdekte, op 18 augustus 1877. De maan is gefotografeerd door de ruimtesondes Mariner 9 in 1971, Viking 1 in 1977 en door het ruimtevaartuig Phobos 1 in 1988.
Phobos en Deimos zijn waarschijnlijk twee ingevangen planetoïden. Uit metingen van de Mars Global Surveyor bleek dat Phobos bestaat uit zowel ijs als gesteente en dat hij net zoals de maan bedekt is met een stoflaag (regoliet) van ongeveer een meter dik. Het ruimtevaartuig Phobos 2 nam ook gassen waar, die aan het oppervlak van de maan ontsnapten. Het ruimtevaartuig stopte te snel met functioneren om de gassen te kunnen identificeren. Men vermoedt dat de gassen waterdamp zijn.
In 2024 zal de Japanse Mars Moon eXploration (MMX) missie trachten om de maan verder te ontdekken. Deel daarvan is het landen van een rover, gemaakt door het Franse CNES en Duitse DLR ruimtevaart organisaties, en een sample-return.[1] Het MMX ruimteschip zal landen op Phobos, en een specimen van het oppervlak terugvliegen naar de Aarde in 2028.[2]
Kenmerkend aan deze kleine maan is de inslagkrater Stickney, genoemd naar de vrouw van Asaph Hall. Deze krater heeft een diameter van ongeveer 9 km (bijna de helft van de totale diameter van de maan) en is ontstaan door de inslag van een grote meteoriet. Andere kraters zijn Roche (6 km), Hall (5 km) en d’Arrest (2 km). Een andere landvorm op Phobos zijn groeven. Over het ontstaan van deze groeven is veel onenigheid: veel wetenschappers geloven dat de meteorietinslag van Stickney de oorzaak is, maar deze inslag verklaart niet goed het regelmatige patroon van de groeven. Een andere hypothese is dat getijdenkrachten de oorzaak zijn. De vraag is of deze krachten voldoende zijn. De oppervlaktetemperatuur schommelt tussen 163 en 268 K.
De afstand tussen Phobos en Mars is erg klein: 6000 km. Deze afstand wordt elke honderd jaar nog 2 meter kleiner. Men schat dat Phobos binnen 30 tot 50 miljoen jaar zo dichtbij zal komen, dat de maan helemaal verkruimelt, en een ring gaat vormen rondom Mars (uit: “Martian Facts”, ARES III mission of the LUNARES base in Poland).
Deimos is de kleinste van de twee natuurlijke manen van Mars: Deimos en Phobos.
De maan Deimos is genoemd naar de Griekse god van de paniek. De andere maan van Mars, Phobos, is genoemd naar de Griekse god van de angst.
Op dit ogenblik is Deimos de kleinste bekende maan in het zonnestelsel. De omvang van de maan is 15 bij 12 bij 11 km. De vorm is dus onregelmatig, waardoor Deimos een beetje op een aardappel lijkt. Er zitten veel kraters die meestal niet groter zijn dan 2,5 kilometer. Bij het invallen van een meteoriet verdwijnt er veel materiaal uit het oppervlak van Deimos in de ruimte doordat de zwaartekracht van Deimos niet sterk genoeg is om het terug te trekken, iets wat wel gebeurt als er een meteoriet inslaat op een groter hemellichaam zoals de Maan.
Het oppervlak van Deimos bestaat waarschijnlijk uit het materiaal dat ook te vinden is bij de meeste planetoïden.
De oorsprong van Deimos is niet helemaal bekend, maar vermoedelijk is het een planetoïde die rond Mars is gaan draaien. Een andere mogelijke verklaring is dat Deimos op hetzelfde moment als Mars is gevormd, of uit een botsing is ontstaan.
Deimos is in het jaar 1877 ontdekt door Asaph Hall, die tevens de ontdekker van Phobos is.